Waar we niet in willen beleggen

We vinden wapens controversieel als deze wapens onevenredig veel leed en slachtoffers veroorzaken en geen onderscheid maken tussen burgerdoelen en militaire doelen. Controversiële wapens veroorzaken ook na afloop van het conflict veel slachtoffers en ontwrichten de economie en maatschappij. We sluiten bedrijven uit in het geval van betrokkenheid bij de productie van de volgende typen wapens: chemische wapens, biologische wapens, clusterwapens, anti-persoonsmijnen, kernwapens, verarmd uranium en witte fosfor.

We beleggen niet in ondernemingen die betrokken zijn bij de directe vervaardiging van tabaksproducten. We zien tabak als een product met hoe dan ook een schadelijk effect op de gezondheid. Ondernemingen die meer dan 5% van hun omzet behalen uit de productie, distributie en verkoop van tabak worden uitgesloten. In specifieke omstandigheden komt een bedrijf dat indirect betrokken is bij de 'vervaardiging, distributie en verkoop' van tabaksproducten ook in aanmerking voor uitsluiting.

We beleggen niet in bedrijven die met hun activiteiten een disproportionele negatieve impact hebben op het klimaat. Zo worden bedrijven die betrokken zijn bij de productie van kolen en teerzand uitgesloten. Kolen en teerzanden behoren tot de meest vervuilende fossiele brandstoffen en passen niet goed in een beleggingsportefeuille die op de lange termijn waarde probeert te creëren voor onze deelnemers. We sluiten bedrijven uit die meer dan 5% van hun omzet halen uit:

• winning van thermische steenkool (inclusief bruinkool, bitumen, antraciet en stoomkolen)
• elektriciteitsopwekking uit thermische steenkool
• winning van olie uit teerzanden
• winning van schalieolie en -gas, en
• winning van Arctische olie en -gas

We sluiten ondernemingen uit die op structurele basis internationale normen schenden op het gebied van mensenrechten, arbeidsnormen, milieu en anti-corruptie. We spreken van een structurele schending wanneer de overtredingen ook na een engagement traject (in voldoende mate) zijn opgeheven. Het gaat hier om normen zoals genoemd in de uitgangspunten van het UN Global Compact, de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights.

Rabobank Pensioenfonds neemt de volgende elementen mee in de afweging om een onderneming uit te sluiten:

• ernst van de schending
• bereidheid van onderneming om in dialoog te gaan, en
• de maatregelen die de onderneming treft om de schending op te heffen

We hanteren een beleid in lijn met de SFDR-wetgeving om te zorgen dat wordt belegd in ondernemingen die voldoen aan de praktijken van goed bestuur (‘good governance’). Ondernemingen die zeer slecht presteren op het gebied van goed bestuur worden op voorhand uitgesloten. Daarbij wordt minimaal gekeken naar:

• wettelijke vereisten op het gebied van goede managementstructuren
• betrekkingen met werknemers
• beloning van het betrokken personeel, en
• naleving van de belastingwetgeving

Rabobank Pensioenfonds belegt niet in staatsobligaties en staatsondernemingen van landen waarvoor sancties gelden van de Verenigde Naties en/of de Europese Unie. Staatsondernemingen zijn ondernemingen waarvan de staat 50% of meer eigenaar is van het bedrijf. Het betreft dan sancties die zijn ingesteld als gevolg van schendingen van internationaal recht. Uitsluiting van overheden past het pensioenfonds toe op alle aan deze overheid direct gerelateerde beleggingsinstrumenten, zoals staatsobligaties. Ook obligaties van aan de staat gerelateerde instanties en lagere overheden van het desbetreffende land vallen onder het uitsluitingsbeleid.

Landen worden ook uitgesloten wanneer zij zich niet aan minimale standaarden houden op basis van 3 onafhankelijke indices:

1. Freedom in the World index (mensenrechten)
2. ITUC Global Rights index (arbeidsnormen)
3. Corruption Perception Index (corruptie)