Vragen over de nieuwe regels voor pensioen
We verzamelden de meest gestelde vragen over het nieuwe pensioenstelsel voor u: algemene vragen over Wet toekomst pensioenen, over pensioen meenemen 'invaren' in de nieuwe pensioenregeling en over de nieuwe pensioenregeling binnen Wtp bij Rabobank Pensioenfonds.
Staat uw vraag of antwoord er niet bij? Neem dan gerust contact met ons op.
Vragen en antwoorden over het nieuwe pensioenstelsel
1. Is de Wet toekomst pensioenen (Wtp) definitief?
De Wet toekomst pensioenen is per 1 juli 2023 van kracht. De overgang naar een nieuwe pensioenregeling vergt een zorgvuldige en uitgebreide voorbereiding. Eind maart 2024 hebben cao-partijen (Rabobank en de vakorganisaties De Unie, FNV Finance en CNV Vakmensen) een keuze gemaakt voor de nieuwe pensioenregeling. De afspraken daarover leest u in het transitieplan bij afspraken cao-partijen. In november 2024 hebben we de opdracht aanvaard om de nieuwe pensioenregeling uit te voeren.
De komende tijd verandert er nog niets. In de loop van 2026 ontvangt u informatie van ons over uw persoonlijke situatie. De nieuwe regeling gaat op 1 januari 2027 van start. Het is de verwachting dat er nog een ‘veegwet’ komt om een aantal details van de wet nader in te vullen. Als dit effect heeft op de nu gemaakte afspraken, gaan wij hier samen met de cao-partijen over in gesprek.
2. Er is vanaf 1 januari 2023 al een andere regeling (PR2023). Waarom nog eens een wijziging?
Rabobank en vakorganisaties hebben met inspraak van vakbondsleden een cao afgesproken. Onderdeel daarvan is de pensioenregeling voor huidige medewerkers van Rabobank: PR2023.
De opzet van PR2023 is anders dan voorgaande pensioenregelingen. Het is een zogenaamde premieregeling. Dit betekent dat de te verwachten pensioenuitkering niet meer op voorhand bepaald is. In pensioenregeling PR2023 is de premie die medewerkers en de werkgever maandelijks inleggen leidend voor de pensioenopbouw. Dat is vergelijkbaar met hoe pensioenregelingen die onder de Wet toekomst pensioenen (Wtp) vallen eruitzien. PR2023 is daarmee al een eerste stap richting de nieuwe pensioenregeling, Vóór 1 januari 2028 moeten alle pensioenregelingen in Nederland voldoen aan de regels van Wtp. Daarom wijzigt de pensioenregeling nog één keer op 1 januari 2027. Deze wijziging geldt dan voor alle deelnemers.
3. Hoe weet ik hoeveel pensioen ik krijg in het nieuwe pensioenstelsel?
Dat is nu nog niet bekend. We informeren u hier in de loop van 2026 over.
4. Pensioen wordt belegd, dat brengt toch risico’s met zich mee?
Voor een betaalbaar en goed pensioen beleggen wij de ingelegde premies. Hiermee behalen we rendement dat ten goede komt aan uw pensioenuitkering.
Beleggen brengt inderdaad ook risico’s met zich mee, die worden zorgvuldig afgewogen bij de keuzes die wij bij het beleggen maken. In de nieuwe pensioenregeling wordt uw pensioen belegd volgens het life cycle-principe. U kunt hierbij kiezen uit 3 profielen. Afhankelijk van uw leeftijd nemen we meer of minder risico met beleggen. Naarmate u ouder wordt, bouwen we risico’s meer af.
5. Ik ga dit jaar met pensioen. Verandert er ook iets voor mij?
Nee, nu nog niet. Uw pensioen gaat in volgens de huidige regels. U kunt gebruik maken van alle keuzemogelijkheden die er nu zijn. Meer hierover vindt u bij met pensioen gaan. Na ingang van de nieuwe pensioenregeling op 1 januari 2027 zijn er andere regels die ook een verandering voor u betekenen.
6. Ik ben al met pensioen. Gelden de nieuwe pensioenregels ook voor mij?
Ja, de nieuwe regels gaan gelden voor iedereen die pensioen opbouwt, heeft opgebouwd of al met pensioen is. De nieuwe pensioenregeling moet uiterlijk op 1 januari 2028 zijn ingevoerd. De nieuwe regeling gaat op 1 januari 2027 van start.
7. We krijgen straks allemaal een eigen pensioenpot. Kan die pot op een bepaald moment leeg zijn?
Nee, uw pensioenpotje raakt niet ‘op’. U krijgt een pensioen zolang u leeft. We zorgen er gezamenlijk voor dat er nu, en in de toekomst, een pensioen is voor iedereen die al gepensioneerd is, of nog met pensioen gaat.
1. Wat betekent ‘meeverhuizen van pensioen’, ook wel invaren genoemd, precies?
Met het meeverhuizen van pensioen wordt bedoeld dat de al opgebouwde pensioenen in voorgaande pensioenregelingen en in de huidige pensioenregeling meegaan naar de nieuwe regeling.
Het meeverhuizen van het pensioen gebeurt voor alle deelnemers. In de Wet toekomst pensioenen is voorgeschreven dat dit het wettelijk uitgangspunt is. Hier kan alleen van worden afgeweken als het meeverhuizen van het pensioen niet voor alle deelnemersgroepen evenwichtig is. Deze evenwichtigheid is door cao-partijen en door ons beoordeeld. Cao-partijen hebben afgesproken dat pensioen meeverhuist naar de nieuwe pensioenregeling als de dekkingsgraad op dat moment voldoende is. In het transitieplan leest u de regels over het meeverhuizen van de pensioenen bij afspraken cao-partijen. U vindt hier ook een interactieve samenvatting.
2. Verhuizen alle pensioenen mee en waarom?
Ja, pensioen dat u heeft opgebouwd in de huidige premieregeling (PR2023) en eerdere pensioenregelingen wordt omgezet naar een persoonlijk pensioenkapitaal in de nieuwe pensioenregeling.
Door het meeverhuizen van alle pensioenen neemt het perspectief op een hoger pensioen toe. Zo wordt de hoogte van het pensioen minder afhankelijk van de marktrente. De laatste jaren is namelijk gebleken dat een lage rente pensioenen fors duurder kan maken. Daarnaast kan het beleggingsbeleid beter worden vormgegeven en ten slotte kunnen opgebouwde buffers deels worden gebruikt om de pensioenkapitalen en de pensioenuitkeringen te verhogen. Als het meeverhuizen van het pensioen niet voor iedere deelnemersgroep evenwichtig is en het niet meeverhuizen van opgebouwde pensioenen tot een eerlijker verdeling leidt, dan kan er van het meeverhuizen van pensioenen worden afgezien.
3. Kan ik zelf kiezen om wel of niet pensioen mee te nemen?
Nee, de pensioenregeling is een collectieve regeling waar alle deelnemers aan meedoen. Voor het meeverhuizen van uw pensioen is er geen individueel instemmingsrecht of bezwaarrecht.
1. Waar staan we nu en wat is de volgende stap?
In november 2024 hebben wij een besluit genomen over de uitvoering van de nieuwe pensioenregeling. Wij hebben beoordeeld dat de afspraken evenwichtig zijn voor alle deelnemersgroepen en dat de regeling uitvoerbaar is. Dat betekent dat wij de pensioenregeling kunnen en willen uitvoeren. Er wordt nu verder gewerkt aan een implementatie- en een communicatieplan. In het implementatieplan staan de stappen die we moeten zetten om naar de nieuwe regeling te komen die voldoet aan de Wtp. Deze plannen vindt u bij afspraken over onze nieuwe pensioenregeling.
2. Er is een transitieplan gemaakt, wat staat daarin?
In het transitieplan staan de afspraken die Rabobank en de vakorganisaties hebben gemaakt over de toekomstige pensioenregeling. Dat zijn onder andere afspraken over wanneer en de manier waarop we overgaan naar de nieuwe regeling. Maar bijvoorbeeld ook over het meeverhuizen van het pensioen en de pensioenpremie.
3. Wat voor soort pensioenregeling komt er straks?
Rabobank en de vakorganisaties hebben gekozen voor een flexibele premieregeling. In die regeling kunt u zelf keuzes maken voor uw pensioen, zoals het kiezen van een beleggingsprofiel dat bij u past. Voor gepensioneerden betekent de nieuwe regeling dat het pensioen (mogelijk) beweeglijker wordt.
4. Hoe zit het met de dekkingsgraad tijdens de overgang naar de nieuwe regeling?
De dekkingsgraad gebruiken we tijdens de overgang naar de nieuwe pensioenregeling om te bepalen hoe het vermogen verdeeld wordt onder de deelnemers. In het transitieplan staan voorrangsregels bij verschillende dekkingsgraden. Als de dekkingsgraad op 1 januari 2027 lager is dan 105% dan bekijken we met cao-partijen of het meeverhuizen van pensioen, ofwel invaren, gewenst is.
5. Hoe zit het na de overgang naar de nieuwe pensioenregeling met verhogingen/indexatie?
Na de transitie is er geen directe koppeling tussen verhoging van pensioen en inflatie. En daarmee vervalt indexatie. Premies en rendement op de beleggingen zorgen voor een stijging of daling van het kapitaal. Voor de pensioenen die uitgekeerd worden, bepalen we jaarlijks het resultaat en verwerken dit gespreid over 3 jaar in de uitkeringen. Dit doen we om grote schommelingen op te vangen. Daarnaast is er een reserve (de risicodelingsreserve)met het doel om een daling van de uitkering te beperken of zo mogelijk te voorkomen.
6. Spreken we bij de nieuwe regeling nog over indexatie?
Nee, na de transitie is er geen directe koppeling tussen verhoging van pensioen en inflatie. En daarmee vervalt indexatie.
Het pensioen is in de nieuwe regeling afhankelijk van de behaalde resultaten op de beleggingen en beweegt directer dan nu mee met de financiële markten. Met een gezamenlijke buffer (de risicodelingsreserve) kunnen we de kans op verlagingen van pensioenen verminderen. Het uitgangspunt is dat ieders individuele pensioenvermogen door de tijd heen meer waard wordt en dat dit bijdraagt aan een koopkrachtig pensioen.
7. Hoe ziet het nabestaandenpensioen er straks uit?
Nabestaandenpensioen bestaat uit partnerpensioen en wezenpensioen. Er is een verschil tussen:
- nabestaandenpensioen als u nog in dienst bent
- nabestaandenpensioen als u niet meer in dienst en nog niet met pensioen bent
- nabestaandenpensioen als u al met pensioen bent
Hieronder lichten we de situaties toe:
U bent in dienst en u overlijdt
- De hoogte van het partnerpensioen bij Rabobank Pensioenfonds is in de nieuwe regeling gelijk aan 35% van het laatstverdiende pensioengevend bruto jaarinkomen en daarmee onafhankelijk van uw leeftijd of uw te bereiken diensttijd tot uw 68e. Een uitkering voor uw eventuele partner loopt levenslang door.
- Kinderen ontvangen vanaf uw overlijden een wezenpensioen ter grootte van 15% van uw laatstverdiende pensioengevend bruto jaarinkomen. Dit wezenpensioen wordt uitgekeerd tot hun 25e verjaardag. Dit wezenpensioen wordt uitgekeerd uiterlijk tot en met de maand waarin zij 25 worden (Hier gelden voorwaarden voor).
- Nabestaandenpensioen dat in voorgaande pensioenregelingen is opgebouwd blijft bestaan. Dit wordt bij overlijden aanvullend op de risicodekking uitgekeerd als u in dienst bent en voor uw pensioendatum overlijdt.
U bent niet meer in dienst en nog niet met pensioen
- In onze huidige en nieuwe regeling is het nabestaandenpensioen een risicodekking. Deze vervalt in principe bij uw uitdiensttreding.
- Gaat u uit dienst en heeft u nog geen nieuw dienstverband? Dan loopt het nabestaandenpensioen van Rabobank Pensioenfonds nog 3 maanden door.
- Gaat u uit dienst en ontvangt u een WW- of een uitkering vanuit de Ziektewet? Dan blijft u verzekerd zolang de WW- of Ziektewetuitkering bestaat.
- Nabestaandenpensioen dat u in voorgaande pensioenregelingen heeft opgebouwd blijft bestaan.
U bent met pensioen
- Als u met pensioen bent, is er een partnerpensioen voor uw partner als u overlijdt.
- Dat partnerpensioen is standaard 70% van uw eigen pensioen. Op het moment dat u met pensioen gaat, kunnen u en uw partner kiezen voor minder partnerpensioen en meer pensioen voor uzelf.
- Of andersom: u kiest voor meer partnerpensioen en minder pensioen voor uzelf.
- Heeft u geen partner? Dan gaat het partnerpensioen automatisch naar uw eigen pensioen. Dat wordt daardoor hoger.
8. Kan ik in de nieuwe pensioenregeling ook met vervroegd pensioen?
U kunt ook in de nieuwe regeling vervroegd met pensioen. Ook andere flexibiliseringsmogelijkheden blijven in de nieuwe regeling mogelijk.
9. Wat betekent de nieuwe pensioenregeling voor mij persoonlijk?
De komende tijd verandert er nog niets voor u. Eind 2026 ontvangt u van ons informatie over uw persoonlijke situatie.