Het pensioenstelsel
Als u met pensioen gaat, heeft u nog steeds een inkomen nodig. Van de overheid krijgt iedereen die in Nederland gewoond en/of gewerkt heeft een AOW-pensioen. De AOW is een basispensioen. Via uw werkgever(s) krijgt u daarnaast aanvullend pensioen. U kunt ook zelf geld voor uw pensioen opzijzetten.
Deze 3 onderdelen samen vormen het Nederlandse pensioenstelsel: de manier waarop we in Nederland het inkomen na pensionering geregeld hebben.
Naast de AOW zijn er in Nederland regelingen als een werknemer (deels) niet meer kan werken of overlijdt: de WW (Werkloosheidswet), de WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen) en de Anw (Algemene nabestaandenwet). De AOW en de Anw worden uitgevoerd door de SVB (Sociale Verzekeringsbank). De WIA en de WW worden uitgevoerd door UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen).
Het kabinet heeft samen met werknemers- en werkgeversorganisaties een pensioenakkoord gesloten. In het pensioenakkoord staan nieuwe afspraken over AOW en pensioen. Bijvoorbeeld over de AOW-leeftijd en over het pensioen voor uw partner en/of kinderen als u overlijdt. De nieuwe afspraken sluiten beter aan bij ontwikkelingen in onze samenleving. Het nieuwe pensioenstelsel gaat vooralsnog uiterlijk op 1 januari 2028 in.
Vanaf 31 december 2022 bouwt u bij ons pensioen op in een beschikbare premieregeling. Dit is een onderdeel van de nieuwe cao, die Rabobank en vakorganisaties samen afspraken. Het is een eerste stap richting het nieuwe pensioenstelsel. Onze pensioenregeling verandert daarna nog een keer en voldoet dan vooralsnog uiterlijk op 1 januari 2028 aan alle nieuwe pensioenregels.