Vragen over het nieuwe pensioenstelsel

We verzamelden de meest gestelde vragen over het nieuwe pensioenstelsel voor u: algemene vragen over Wet toekomst pensioenen, over pensioen meenemen 'invaren' in de nieuwe pensioenregeling en over de nieuwe pensioenregeling binnen Wtp bij Rabobank Pensioenfonds.

Staat uw vraag of antwoord er niet bij? Neem dan gerust contact met ons op.

Contact

Berichten over Wtp

logo naar-een-nieuw-pensioen

Vragen en antwoorden over het nieuwe pensioenstelsel

Algemene vragen over het nieuwe pensioenstelsel

1. Is de Wet toekomst pensioenen (Wtp) definitief?

De Wet toekomst pensioenen is per 1 juli 2023 van kracht. De overgang naar een nieuwe pensioenregeling vergt een zorgvuldige en uitgebreide voorbereiding. Eind maart 2024 hebben cao-partijen (Rabobank en de vakorganisaties De Unie, FNV Finance en CNV Vakmensen) een keuze gemaakt voor de nieuwe pensioenregeling. De afspraken daarover leest u in het transitieplan bij afspraken cao-partijen.

De komende tijd zal er nog niet heel veel veranderen. In de loop van 2025 ontvangt u van ons informatie over uw persoonlijke situatie. Het streven is dat de nieuwe regeling op 1 januari 2026 van start gaat. Het is de verwachting dat er nog een ‘veegwet’ komt om een aantal details van de wet nader in te vullen. Als dit effect heeft op de nu gemaakte afspraken, zullen cao-partijen (in samenwerking met Rabobank Pensioenfonds) hierover in gesprek gaan.

2. Er is vanaf 1 januari 2023 al een andere regeling (PR2023). Waarom nog eens een wijziging?

Rabobank en vakorganisaties hebben met inspraak van vakbondsleden een cao afgesproken. Onderdeel daarvan is de pensioenregeling voor huidige medewerkers van Rabobank: PR2023.

De opzet van PR2023 is anders dan voorgaande pensioenregelingen. Het is een zogenaamde premieregeling. Dit betekent dat de te verwachten pensioenuitkering niet meer op voorhand bepaald is. In pensioenregeling PR2023 is de premie die een medewerkers en de werkgever maandelijks inleggen leidend voor de pensioenopbouw. Dat is vergelijkbaar met hoe pensioenregelingen die onder de Wet toekomst pensioenen (Wtp) vallen eruitzien. PR2023 is daarmee al een eerste stap richting de nieuwe pensioenregeling, maar valt nog niet onder de regels van de Wtp. Vóór 1 januari 2028 moet de pensioenregeling daar wel aan voldoen. Daarom wijzigt de pensioenregeling nóg een keer. We streven ernaar dat dit per 1 januari 2026 gebeurt. Deze wijziging geldt dan voor alle deelnemers.

3. Hoe weet ik hoeveel pensioen ik krijg in het nieuwe pensioenstelsel?

We rekenen de hoogte van uw pensioen elk jaar voor u uit. Dan vertellen we hoeveel er in uw pensioenpot zit en wat u naar verwachting krijgt als u met pensioen gaat. Daarbij houden we rekening met hoe het met de financiële markten gaat. Bij een gunstige ontwikkeling mag u wat meer verwachten, bij een ongunstige wat minder.

4. Pensioen wordt belegd, dat brengt toch risico’s met zich mee?

Voor een betaalbaar en goed pensioen moet het pensioenfonds beleggen. Met beleggen behaalt het pensioenfonds rendement. We beleggen uw pensioen met het doel goede resultaten te behalen die ten goede komen aan uw pensioenuitkering.

Beleggen brengt inderdaad ook risico’s met zich mee, maar die worden zorgvuldig afgewogen bij de keuzes die bij het beleggen worden gemaakt. Ook wordt uw pensioen belegd volgens het life cycle-principe. Afhankelijk van uw leeftijd nemen we meer of minder risico met beleggen. Naarmate u ouder wordt, worden risico’s meer afgebouwd.

5. Ik ga dit jaar met pensioen. Verandert er ook iets voor mij?

Uw pensioen gaat in volgens de huidige regels. U kunt gebruik maken van alle keuzemogelijkheden die er nu zijn. Meer hierover vindt u bij met pensioen gaan.

6. Ik ben al met pensioen. Gelden de nieuwe pensioenregels ook voor mij?

Ja, de nieuwe regels gaan gelden voor iedereen die pensioen opbouwt, heeft opgebouwd of al met pensioen is. De nieuwe pensioenregeling moet uiterlijk op 1 januari 2028 zijn ingevoerd. We streven naar 1 januari 2026 als invoerdatum.

7. We krijgen straks allemaal een eigen pensioenpot. Kan die pot op een bepaald moment leeg zijn?

Nee, uw pensioenpot raakt niet ‘op’. U krijgt een pensioen zolang u leeft. We zorgen er gezamenlijk voor dat er nu, en in de toekomst, een pensioen is voor iedereen die al gepensioneerd is of nog met pensioen gaat.

Meenemen van pensioen ('invaren')

1. Wat betekent ‘meenemen van pensioen’, ook wel invaren genoemd, precies?

Met meenemen van pensioen wordt bedoeld dat de al opgebouwde pensioenen meegaan naar de nieuwe regeling. Dit betekent dat pensioen dat u eventueel al heeft opgebouwd in eerdere pensioenregelingen en de huidige premieregeling (PR2023) worden omgezet in een persoonlijk pensioenkapitaal.

Het meenemen van het pensioen gebeurt voor alle deelnemers aan de pensioenregeling bij de transitie naar de nieuwe regeling. In de Wet toekomst pensioenen is voorgeschreven dat dit de standaard is. Hier kan alleen van worden afgeweken als het meenemen van het pensioen niet voor alle deelnemersgroepen evenwichtig is. Deze evenwichtigheid is nu beoordeeld door cao-partijen en wordt in een latere fase ook beoordeeld door Rabobank Pensioenfonds. Streven van het pensioenfonds is om in november 2024 met een definitief besluit te komen.

Cao-partijen hebben afgesproken dat pensioen zal worden meegenomen mits de dekkingsgraad op het moment van de transitie (naar verwachting 1 januari 2026) toereikend is. De regels over wanneer het pensioen zal worden meegenomen kunt u lezen in het transitieplan bij afspraken cao-partijen, dat door de cao-partijen is opgesteld. Het transitieplan is in juli 2024 door Rabobank Pensioenfonds gepubliceerd op de website. U vindt naast het transitieplan ook 3 interactieve samenvattingen. Daarvan is er één speciaal voor de huidige medewerkers, één voor de oud-medewerkers en één voor gepensioneerden. Deze 3 interactieve documenten zijn een leesbare samenvatting van het transitieplan voor deze 3 groepen.

H4>2. Worden alle pensioenen meegenomen en waarom?

Door het meenemen van alle pensioenen neemt het perspectief op een hoger pensioen toe. Zo wordt de hoogte van het pensioen minder afhankelijk van de marktrente, in recente jaren is namelijk gebleken dat een lage rente pensioenen fors duurder kan maken. Daarnaast kan het beleggingsbeleid beter worden vormgegeven en ten slotte kunnen opgebouwde buffers deels worden gebruikt om de pensioenkapitalen en de pensioenuitkeringen te verhogen. Als het meenemen van het pensioen niet voor iedere deelnemersgroep evenwichtig is en het niet meenemen van opgebouwde pensioenen tot een evenwichtigere verdeling leidt, dan kan er van het meenemen van pensioenen worden afgezien.

H4>3. Kan ik zelf kiezen om wel of niet pensioen mee te nemen?

Nee, de pensioenregeling is een collectieve regeling waar alle deelnemers aan meedoen. Voor het meenemen van uw pensioen is er geen individueel instemmingsrecht of bezwaarrecht.

Onze nieuwe pensioenregeling binnen Wtp

1. Er is een transitieplan gemaakt, wat is nu de volgende stap?

Rabobank Pensioenfonds zal een besluit nemen over de uitvoering van de nieuwe pensioenregeling. Het pensioenfonds beoordeelt daarbij of de afspraken evenwichtig zijn voor alle deelnemersgroepen en of de regeling uitvoerbaar is. Naar verwachting is er in november 2024 een definitief besluit. Verder wordt er ook gewerkt aan een implementatie- en aan een communicatieplan.

2. Wat staat er in het transitieplan?

In het transitieplan staan de afspraken die Rabobank en de vakorganisaties hebben gemaakt over de toekomstige pensioenregeling. Dat zijn onder andere afspraken over wanneer en de manier waarop we overgaan naar de nieuwe regeling. Maar bijvoorbeeld ook over het meenemen van het pensioen en de pensioenpremie.

3. Wat voor soort pensioenregeling komt er straks?

Rabobank en de vakorganisaties hebben gekozen voor een flexibele premieregeling. In die regeling kunt u zelf keuzes maken voor uw pensioen, zoals het kiezen van een beleggingsprofiel dat bij u past. Voor gepensioneerden betekent de nieuwe regeling dat het pensioen (mogelijk) beweeglijker wordt.

4. Hoe zit het met de dekkingsgraad ten tijde van de transitie?

De dekkingsgraad gebruiken we tijdens de transitie om te bepalen hoe het vermogen verdeeld wordt onder de deelnemers. In het transitieplan staan voorrangsregels bij verschillende dekkingsgraden. Als de dekkingsgraad op 1 januari 2026 lager is dan 105% dan bekijken we met cao-partijen of het omzetten van pensioen, ofwel invaren, gewenst is.

5. Hoe zit het na de transitie met verhogingen/indexatie?

Voor de opbouwfase houden we het persoonlijke pensioenkapitaal bij. Premies en rendement op de beleggingen zorgen voor een stijging of daling van het kapitaal. Voor de pensioenen die uitgekeerd worden, bepalen we jaarlijks het resultaat en verwerken dit gespreid over 3 jaar in de uitkeringen. Dit doen we om grote schommelingen op te vangen. Daarnaast is er een reserve met het doel om een daling van de uitkering op te vangen of zo mogelijk te voorkomen. Na de transitie is er geen directe koppeling tussen verhoging van pensioen en inflatie. We kunnen daardoor niet meer spreken van toeslagen of indexatie.

6. Spreken we bij de nieuwe regeling nog over indexatie?

Bij de nieuwe regeling wordt er niet meer gesproken over indexatie, maar over een rendementsdeling. Het pensioen is dan afhankelijk van de behaalde resultaten op de beleggingen. Het pensioen zal directer dan nu meebewegen met de financiële markten. Met een gezamenlijke buffer (de risicodelingsreserve) kunnen we de kans op verlagingen van pensioenen verminderen. Het uitgangspunt is dat ieders individuele pensioenvermogen door de tijd heen meer waard wordt en dat dit bijdraagt aan een koopkrachtig pensioen.

7. Hoe ziet het nabestaandenpensioen er straks uit?

Nabestaandenpensioen bestaat uit partnerpensioen en wezenpensioen. Er is een verschil tussen:

  • nabestaandenpensioen als u nog in dienst bent
  • nabestaandenpensioen als u niet meer in dienst en nog niet met pensioen bent
  • nabestaandenpensioen als u al met pensioen bent

Hieronder lichten we de situaties toe:

U bent in dienst

  • De hoogte van het partnerpensioen bij Rabobank Pensioenfonds is in de nieuwe regeling gelijk aan 35% van het laatstverdiende pensioengevend bruto jaarinkomen en daarmee onafhankelijk van uw leeftijd of uw te bereiken diensttijd tot uw 68e. Een uitkering voor uw eventuele partner loopt levenslang door. Ontvangt uw partner nog geen AOW als u overlijdt? Dan ontvangt hij of zij aanvullend op het partnerpensioen ook ‘tijdelijk partnerpensioen’. Uw partner krijgt dit uiterlijk totdat hij of zij AOW ontvangt.
  • Kinderen ontvangen vanaf uw overlijden een wezenpensioen ter grootte van 15% van uw laatstverdiende pensioengevend bruto jaarinkomen. Dit wezenpensioen wordt uitgekeerd tot hun 25e verjaardag.
  • Nabestaandenpensioen dat in voorgaande pensioenregelingen is opgebouwd blijft bestaan. Dit wordt bij overlijden aanvullend op de risicodekking uitgekeerd als u in dienst bent en voor uw pensioendatum overlijdt.

U bent niet meer in dienst en nog niet met pensioen

  • In de huidige regeling houdt u recht op het nabestaandenpensioen dat u tot het einde van uw dienstverband heeft opgebouwd. In de nieuwe regeling is dat niet meer zo. Daarin is het nabestaandenpensioen een risicodekking. Deze vervalt in principe bij uw uitdiensttreding.
  • Gaat u uit dienst en heeft u nog geen nieuw dienstverband? Dan loopt het nabestaandenpensioen van Rabobank Pensioenfonds nog 3 maanden door. Na deze periode krijgen uw eventuele partner en kinderen géén nabestaandenpensioen van ons pensioenfonds als u overlijdt.
  • Gaat u uit dienst en ontvangt u een WW- of een uitkering vanuit de Ziektewet? Dan blijft u gedurende 2 jaar bij ons verzekerd voor het nabestaandenpensioen. Nabestaandenpensioen dat u in voorgaande pensioenregelingen heeft opgebouwd blijft bestaan.

U bent met pensioen

  • Als u met pensioen bent, is er een partnerpensioen voor uw partner als u overlijdt.
  • Dat partnerpensioen is standaard 70% van uw eigen pensioen.
  • Op het moment dat u met pensioen gaat, kunnen u en uw partner kiezen voor minder partnerpensioen en meer pensioen voor uzelf.
  • Of andersom: u kiest voor meer partnerpensioen en minder pensioen voor uzelf.
  • Heeft u geen partner? Dan gaat het partnerpensioen automatisch naar uw eigen pensioen. Dat wordt daardoor hoger.

8. Kan ik in de nieuwe pensioenregeling ook met vervroegd pensioen?

U kunt ook in de nieuwe regeling vervroegd met pensioen. Ook andere flexibiliseringsmogelijkheden blijven in de nieuwe regeling mogelijk.

9. Wat betekenen de keuzes voor mij persoonlijk?

De komende tijd zal er nog niet heel veel veranderen. Cao-partijen hebben samen het transitieplan gemaakt. In het transitieplan zijn de details van de pensioenafspraken uitgebreid beschreven. Er is ook een samenvatting van het plan, daar zijn 3 verschillende versies van, voor huidige medewerkers, voormalig medewerkers en voor gepensioneerden. Die leest u bij afspraken cao-partijen. Ook heeft VG-Rabobank - de vereniging die de belangen van alle oud-medewerkers behartigt - de mogelijkheid gekregen om aan cao-partijen een oordeel te geven over het opgestelde transitieplan. We noemen dat ook wel het hoorrecht. De leden van vakorganisaties hebben hun stem uitgebracht en ingestemd met de resultaten van de pensioengesprekken. Daarmee is het transitieplan definitief.

Rabobank Pensioenfonds zal een besluit nemen over de uitvoering van de regeling. Het pensioenfonds beoordeelt of de afspraken evenwichtig zijn voor de verschillende deelnemersgroepen en beoordeelt de uitvoerbaarheid van de pensioenregeling. Het streven is om een definitief besluit te nemen in november 2024.

Eind 2025 ontvangt u van ons informatie over uw persoonlijke situatie. Het streven is dat de nieuwe regeling op 1 januari 2026 van start gaat.

Feedback
Chat