Welke keuzes heeft u zelf?
Uw pensioen meenemen
U komt in dienst. Daarom bouwt u nu pensioen op in onze pensioenregeling.
U kunt pensioen uit een eerdere regeling meenemen naar Rabobank Pensioenfonds
Dit heet waardeoverdracht. U vraagt dit bij ons aan. Kijk op onze website bij in dienst hoe u dit doet.
We sturen u een opgave van uw pensioen bij Rabobank Pensioenfonds op grond van de informatie die we krijgen van uw vorige pensioenfonds of verzekeraar (‘pensioenuitvoerder’).
Bent u het eens met onze opgave? Dan regelen wij de overdracht. Is uw pensioen € 2,- of lager per jaar? Dan vervalt dit pensioen volgens de wet. De kosten voor de administratie zijn namelijk hoger dan € 2,-.
Is uw pensioen lager dan € 592,51 bruto per jaar (2024)? Dan mag uw vorige pensioenfonds of verzekeraar (‘pensioenuitvoerder’) uw pensioen ook automatisch naar ons overdragen. Bekijk daarvoor het laatste pensioenoverzicht dat u van hen kreeg. Daarop staat of u zelf iets moet doen om uw pensioen mee te nemen.
Let op: in onze pensioenregeling is het partnerpensioen verzekerd
Heeft u bij uw vorige pensioenuitvoerder partnerpensioen opgebouwd en wilt u dit meenemen naar onze pensioenregeling? We voegen de waarde van dit partnerpensioen dan toe aan uw pensioenkapitaal bij ons pensioenfonds. Dit pensioenkapitaal wordt omgezet naar pensioen voor ná uw pensioendatum. Door uw waardeoverdracht wordt het verzekerd partnerpensioen vóór uw pensioendatum niet hoger. Dit kan betekenen dat er niet genoeg partnerpensioen voor uw partner verzekerd is.
Als u later een andere baan en een andere pensioenregeling krijgt, gaat u pensioen opbouwen in die pensioenregeling. Ook dán kunt u ervoor kiezen uw pensioen mee te nemen. U vraagt dit aan bij uw nieuwe pensioenuitvoerder. Is uw pensioen bij ons lager dan € 592,51 bruto per jaar (2024)? Dan regelen wij de overdracht automatisch voor u. Is uw pensioen € 2,- of lager per jaar? Dan vervalt uw pensioen.
Waardeoverdracht is niet nodig als u een nieuwe baan vindt bij Rabobank of een onderneming die is aangesloten bij ons pensioenfonds. U blijft dan namelijk pensioen bij ons opbouwen. Uw pensioenregeling verandert dus niet.
Als u voor waardeoverdracht kiest, heeft u al uw pensioen bij elkaar. U krijgt uw pensioen later van 1 pensioenuitvoerder.
Als u niet kiest voor waardeoverdracht, blijft uw pensioen staan bij uw vorige pensioenuitvoerder. U betaalt daar geen premie meer. U bouwt er ook geen pensioen meer op. U krijgt dat deel van uw pensioen straks van uw vorige pensioenuitvoerder.
Waardeoverdracht is makkelijk, want zo houdt u uw pensioen bij elkaar. Maar het kan ook nadelen hebben. Namelijk als het indexatiebeleid van uw vorige en nieuwe pensioenuitvoerder anders is. Kijk daarom eerst goed naar de financiële situatie van uw vorige en nieuwe pensioenuitvoerder. En wat u krijgt in uw vorige en nieuwe pensioenregeling. Biedt uw nieuwe werkgever een beter pensioen voor uw nabestaanden? Of is de kans op verlagingen bij uw nieuwe pensioenuitvoerder de komende jaren kleiner? Dan kan waardeoverdracht gunstig zijn. Andersom kan natuurlijk ook.
- Het Pensioen 1-2-3 op de website van uw vorige en nieuwe pensioenuitvoerder
U ziet wat u wel en niet krijgt bij elk fonds. En of uw pensioen de komende jaren kan stijgen. U leest nu het Pensioen 1-2-3 van ons fonds. Kijk voor het Pensioen 1-2-3 van uw vorige pensioenuitvoerder op de website van die pensioenuitvoerder. - De pensioenvergelijker
Met de pensioenvergelijker kunt u de belangrijkste onderdelen van uw regelingen vergelijken. Zo ziet u direct wat de verschillen zijn. U leest meer bij Welke keuzes heeft u zelf? U vindt de pensioenvergelijker in laag 3.
Weet u niet zeker wat verstandig is? Overleg dan met uw financieel adviseur.
De financiële situatie van uw vorige en nieuwe pensioenfonds moet wel goed zijn. De beleidsdekkingsgraad moet minstens 100% zijn. Dit is wettelijk geregeld. Zo voorkomt de overheid dat u risico loopt.
Is dit niet zo? Dan kunt u uw waardeoverdracht wel aanvragen. Maar uw pensioen blijft bij uw oude pensioenfonds tot de financiële situatie van beide fondsen weer goed is. Daarna krijgt u een opgave. U beslist dan pas of u uw pensioen echt meeneemt.
De dekkingsgraad is de verhouding tussen:
- het vermogen dat een pensioenfonds heeft, en
- het geld dat een pensioenfonds nu en in de toekomst aan pensioenen moet betalen.
Is de dekkingsgraad 100%? Dan zijn die 2 gelijk. Er is dan precies genoeg geld voor alle pensioenen.
Elk pensioenfonds meet de dekkingsgraad over de laatste 12 maanden. Daarvan nemen we het gemiddelde. Dit heet de beleidsdekkingsgraad. We meten die elke maand. Lees meer over onze financiële situatie.
Krijgt u een nieuwe baan in het buitenland? Dan kunt u uw pensioen soms ook meenemen. Dit hangt af van de regels in dat land en de pensioenregeling van uw nieuwe werkgever. Wilt u meer weten? Overleg dan met uw nieuwe werkgever.
Uw pensioen vergelijken
Wilt u onze pensioenregeling vergelijken met een andere pensioenregeling? Kijk dan naar de pensioenvergelijker.
Wilt u onze pensioenregeling vergelijken met een andere pensioenregeling? Bijvoorbeeld omdat u solliciteert bij een werkgever met een eigen pensioenregeling? Of omdat u nadenkt over waardeoverdracht als u een nieuwe baan heeft? Bekijk dan de pensioenvergelijker in laag 3. Zo kunt u de belangrijkste onderdelen van uw regelingen vergelijken. U ziet direct wat de verschillen zijn.
Extra pensioen opbouwen
U bouwt pensioen op via uw werkgever. U kunt via hem ook extra pensioen opbouwen. U doet dat vrijwillig. Zo heeft u meer inkomen als u met pensioen gaat. Dit heet Bruto Flexioen. Rabobank Pensioenfonds biedt dit aan.
- U mag bruto pensioen opbouwen als uw salaris lager is dan € 137.800,- bruto per jaar (2024).
- U betaalt zelf extra premie voor uw pensioen. Uw werkgever houdt deze premie in op uw bruto salaris. Op uw salarisstrook ziet u hoeveel ruimte u heeft om bij te sparen.
- Uw premies worden voor u belegd. U kunt zelf kiezen met hoeveel risico u wilt beleggen.
- Als u met pensioen gaat, dan zetten we uw kapitaal om naar een pensioen bij ons.
- U betaalt geen belasting over de extra premie die u betaalt.
- Overlijdt u vóór uw pensioendatum? Dan zetten we uw Flexioen-kapitaal om naar extra partnerpensioen of wezenpensioen in voor uw partner of kinderen. Heeft u geen partner of kinderen? Dan vervalt het Flexioen-kapitaal aan Rabobank Pensioenfonds.
Met Bruto Flexioen bouwt u pensioen op binnen uw fiscale ruimte. Uw fiscale ruimte is het verschil tussen het pensioen dat u nu al bij ons opbouwt en de grens van de Belastingdienst.
Of u het nodig vindt om extra pensioen op te bouwen, hangt af van uw eigen situatie en wensen. Kijk voor meer informatie ook op het HR-portaal of neem contact op met uw HR-afdeling. Komt u er niet uit? Vraag dan een financieel adviseur om u te helpen bij het maken van keuzes.
Extra pensioen voor uw partner als u overlijdt
Overlijdt u terwijl u in dienst bent? Dan krijgt uw partner een pensioen van ons. Uw partner krijgt misschien ook een Anw-uitkering van de overheid. Dit is geregeld in de Algemene Nabestaandenwet (Anw). U vindt alle voorwaarden op SVB.nl.
Wilt u er zeker van zijn dat uw partner voldoende geld krijgt als u overlijdt? Sluit dan een Anw-hiaatverzekering af. Uw partner krijgt dan een extra uitkering naast het pensioen tot zijn of haar AOW ingaat. Dit geldt zolang u bij uw werkgever werkt. Uw werkgever betaalt ook 30% van de premie voor u. Hij houdt uw deel van de premie in op uw brutosalaris. U kunt zich aanmelden voor de Anw-hiaatverzekering via MijnPensioen.
Pensioen opbouwen boven een salaris van € 137.800,- bruto per jaar (2024)
U bouwt pensioen op over uw salaris tot € 137.800,- bruto per jaar (2024). Is uw salaris hoger? Dan kunt u meedoen aan een aparte pensioenregeling. Zo bouwt u meer pensioen op.
Wilt u méér pensioen opbouwen? Dan kunt u vrijwillig extra pensioen opbouwen via Netto Flexioen. Rabobank Pensioenfonds biedt dit aan. Zo heeft u meer inkomen als u met pensioen gaat.
U betaalt dit uit uw netto salaris. Over de extra premie-inleg betaalt u geen belasting. U betaalt later wel belasting over de uitkering.
- U bouwt aanvullend pensioen op over uw salaris boven € 137.800,- bruto per jaar (2024).
- U betaalt zelf de extra premie voor uw pensioen. Uw werkgever houdt deze premie in op uw netto salaris.
- Op uw salarisstrook ziet u hoeveel premie u maximaal kunt inleggen.
- Uw premies worden voor u belegd. U kunt zelf kiezen met hoeveel risico u wilt beleggen.
- Als u met pensioen gaat, dan zetten we uw kapitaal om naar een pensioen. U volgt daarin de keuze die u voor uw pensioen in PR2023 maakt (stabiel of variabel pensioen).
- Overlijdt u vóór uw pensioendatum? Dan zetten we uw Flexioen-kapitaal om naar extra partnerpensioen of wezenpensioen voor uw partner of kinderen. Heeft u geen partner of kinderen? Dan vervalt het Flexioen-kapitaal aan Rabobank Pensioenfonds.
Kijk voor meer informatie op het HR-portaal of neem contact op met uw HR-afdeling.
Omzetting van uw pensioenkapitaal naar pensioen
In het jaar dat u 58 jaar wordt maakt u een keuze tussen een stabiel en een variabel pensioen. Geeft u geen keuze door? Dan zetten we uw pensioenkapitaal geleidelijk om naar een stabiel pensioen.
Gaat u met pensioen? Dan krijgt u een stabiel of variabel pensioen. Koos u op uw 58e voor een stabiel pensioen? Dan was die keuze in pensioenregeling PR2023 definitief. Wij hebben uw pensioenkapitaal in 10 jaar tijd geleidelijk omgezet naar pensioen bij ons. Koos u op uw 58e voor een variabel pensioen? Dan kunt u op uw pensioendatum alsnog kiezen voor een stabiel pensioen bij ons of een variabel pensioen bij een andere pensioenuitvoerder.
Als u voor een stabiel pensioen kiest, is dit een definitieve keuze in PR2023. Wij regelen dan uw pensioen. Vanaf uw 58e zetten we uw pensioenkapitaal in 10 jaar tijd geleidelijk om naar pensioen voor u. We doen dat op basis van factoren die jaarlijks door het bestuur van ons pensioenfonds worden vastgesteld.
In het 1e jaar is dat 1/10 deel pensioen, in het 2e jaar 1/9 deel en zo verder. We gaan daarbij uit van uw leeftijd op 31 december van een jaar. Over de laatste 2 jaar zetten we uw pensioenkapitaal in 1 keer om naar pensioen. In het jaar dat u 68 wordt of op uw eerdere pensioendatum is uw totale pensioenkapitaal omgezet naar een ouderdomspensioen en een partnerpensioen. Lees meer over de omzetting naar pensioen.
Uw leeftijd op 31 december van een jaar | Deel van uw pensioenkapitaal dat we in het volgende jaar omzetten naar pensioen voor u |
58 | 1/10 |
59 | 1/9 |
60 | 1/8 |
61 | 1/7 |
62 | 1/6 |
63 | 1/5 |
64 | 1/4 |
65 | 1/3 |
66 | 1/2 |
68 of eerdere pensioendatum | 1/1 |
Blijft u bij uw keuze voor een variabel pensioen in PR2023 als u met pensioen gaat? Dan neemt u uw pensioenkapitaal mee naar een andere pensioenuitvoerder. Uw nieuwe pensioenuitvoerder zet dit kapitaal om naar een variabel pensioen. Bij een variabel pensioen gaat u na uw pensioendatum door met het beleggen van uw pensioen.
Kiest u toch voor een stabiel pensioen bij ons pensioenfonds? Dan zetten wij uw pensioenkapitaal om naar een ouderdomspensioen en een partnerpensioen voor u tegen de factoren die dan gelden.
Ouderdomspensioen ruilen voor partnerpensioen
U bouwt bij ons een pensioenkapitaal op. Kiest u voor een stabiel pensioen bij ons pensioenfonds? Dan zetten we uw pensioenkapitaal om naar een ouderdomspensioen en een partnerpensioen.
Op uw pensioendatum mag u een deel van uw ouderdomspensioen ruilen voor partnerpensioen. Ruilt u ouderdomspensioen voor partnerpensioen? Dan krijgt u zelf een lager ouderdomspensioen. Als u overlijdt, krijgt uw partner een hoger partnerpensioen.
Het ouderdomspensioen dat voor uw ex-partner gereserveerd is, kan niet worden geruild.
Ruilt u ouderdomspensioen voor partnerpensioen? Dan is dit een definitieve keuze. U kunt uw keuze daarna niet meer veranderen. U leest meer in ons pensioenreglement in laag 3.
Partnerpensioen ruilen voor ouderdomspensioen
Kiest u voor een stabiel pensioen bij ons pensioenfonds? Dan zetten we uw pensioenkapitaal uiterlijk op uw pensioendatum om naar een ouderdomspensioen en een partnerpensioen.
Misschien wilt u geen of minder partnerpensioen. Bijvoorbeeld omdat u geen partner heeft. Of omdat uw partner zelf een goed inkomen heeft. U kunt uw partnerpensioen dan ruilen voor ouderdomspensioen voor uzelf. Of dit voor een deel doen.
Ruilt u ál uw partnerpensioen om? Dan krijgt uw partner géén pensioen als u overlijdt. Ruilt u een deel van uw partnerpensioen om? Dan krijgt uw partner minder pensioen als u overlijdt. U krijgt zelf méér pensioen.
Het partnerpensioen dat voor uw ex-partner gereserveerd is (bijzonder partnerpensioen) kan niet worden geruild.
Ruilt u partnerpensioen voor ouderdomspensioen? Dan moet uw partner het eens zijn met deze keuze. Uw partner moet hiervoor ook een handtekening zetten. U kunt uw keuze later niet meer veranderen.
U leest meer in ons pensioenreglement in laag 3.
Eerder of later met pensioen gaan
Uw pensioen gaat bij ons standaard in op uw 68e. Of op uw AOW-datum als dit eerder is. Uw AOW-datum hangt af van uw leeftijd. De AOW gaat namelijk in stappen omhoog. U leest op SVB.nl wanneer uw AOW ingaat.
Maar u kunt bij ons ook eerder óf later met pensioen gaan dan op uw AOW-datum.
Misschien wilt u eerder stoppen met werken. Of dit voor een deel doen. Uw pensioen gaat dan voor dat deel ook eerder in. U kunt bij ons met 57 jaar met pensioen gaan. U krijgt dan wel minder pensioen. Wij moeten uw pensioen namelijk langer uitbetalen. U bouwt ook minder lang pensioen op.
Eerder met pensioen gaan heeft dus financiële gevolgen. U krijgt dan ook niet direct AOW van de overheid. U heeft dus een AOW-gat.
Bij ons pensioenfonds kunt u ervoor kiezen uw pensioen tot uw AOW-leeftijd aan te vullen. Dit kan met maximaal {aow_overbruggingspensioen}. Het pensioen na uw AOW-leeftijd wordt hierdoor lager.
Misschien kunt u ook een voorschot of overbrugging krijgen van de overheid. U leest meer op SVB.nl.
U kunt ook langer doorwerken. Of dit voor een deel doen. Uw pensioen gaat dan later in. U kunt bij ons tot 5 jaar ná uw AOW-datum met pensioen gaan. U krijgt dan méér pensioen. Wij hoeven uw pensioen namelijk minder lang uit te betalen. De opbouw van uw pensioenkapitaal stopt uiterlijk als u 68 jaar wordt.
- Bespreek uw wensen eerst met uw werkgever. U maakt samen afspraken over wat u wilt.
- Wilt u eerder met pensioen? Vraag dit dan minstens 3 maanden daarvoor bij ons aan.
- Wilt u later met pensioen? Dan hoeft u niets te doen. U krijgt 6 maanden voor uw AOW-datum bericht van ons. U leest dan ook hoe u uw pensioen aanvraagt en uw keuzes aan ons doorgeeft.
U kunt bij ons bijvoorbeeld ook voor een deel eerder of later met pensioen gaan. U blijft voor een deel dan werken. Kijk bij deeltijdpensioen voor meer informatie.
Wilt u weten hoeveel pensioen u krijgt als u eerder of later met pensioen gaat? Bereken het zelf bij MijnPensioen.
Voor een deel met pensioen gaan
Uw pensioen gaat bij ons standaard in op uw 68e. Of op uw AOW-datum als dit eerder is. Wilt u niet direct helemaal stoppen met werken? En liever eerst voor een deel met pensioen gaan? Dat kan. U laat uw pensioen bij ons dan in stappen ingaan. U kiest zelf hoeveel pensioen u opneemt. Dit heet deeltijdpensioen.
U blijft voor het andere deel werken. Over dat salaris blijft u ook pensioen opbouwen. U doet dat maximaal tot 5 jaar na uw AOW-datum.
- U kunt vanaf 57 jaar starten met uw pensioen.
- U mag uw pensioen in stappen opnemen. Bijvoorbeeld eerst voor 20%, daarna voor 40%, 60% of 80%.
- U kunt uw keuze maar 1 keer doorgeven. Kiest u ervoor om deels met pensioen te gaan? Of kiest u om dit niet te doen? Dan is dit definitief. U kunt uw keuze daarna niet meer veranderen. U kunt wel een hoger percentage kiezen of helemaal met pensioen gaan.
- U kunt voor een deel óf helemaal blijven werken. Hoeveel u blijft werken, staat dus los van hoeveel pensioen u opneemt.
- Bespreek uw wensen eerst met uw werkgever. U maakt samen afspraken over wat u wilt.
- Wilt u op uw 68e deels met pensioen gaan? Of op uw AOW-datum als dit eerder is? Dan hoeft u niets te doen. U krijgt 6 maanden daarvoor bericht van ons. U leest dan ook hoe u uw pensioen aanvraagt en uw keuzes aan ons doorgeeft.
- Wilt u eerder al deels met pensioen gaan? Laat dit dan uiterlijk 3 maanden daarvoor aan ons weten.
U vindt alle afspraken in ons pensioenreglement in laag 3. Wilt u weten hoeveel pensioen u krijgt als u voor een deel met pensioen gaat? Bereken het zelf bij MijnPensioen.
Eerst een hoger óf lager pensioen krijgen
Misschien wilt u een hoger ouderdomspensioen in de 1e periode van uw pensioen. Bijvoorbeeld omdat u eerder met pensioen wilt gaan. En u dus nog geen AOW krijgt. U krijgt dan daarna een lager ouderdomspensioen zolang u leeft. U kunt ook kiezen voor een láger ouderdomspensioen in de 1e periode van uw pensioen. U krijgt daarna een hoger ouderdomspensioen zolang u leeft.
U krijgt 5 of 10 jaar een hoger of lager pensioen. Of tot uw AOW ingaat. Uw pensioen in de 1e en 2e periode is anders dan de bedragen op uw Uniform Pensioenoverzicht.
U maakt deze keuze als u met pensioen gaat. U kunt uw keuze maar 1 keer doorgeven. Kiest u voor een hoog-laag pensioen? Of juist niet? Dan is dit definitief. U kunt uw keuze daarna niet meer veranderen.
U leest alle regels in ons pensioenreglement in laag 3. Wilt u weten hoeveel pensioen u krijgt bij deze keuze? Bereken het zelf bij MijnPensioen.